2015
Klik op de foto’s om ze te vergroten.
Brødrene: Broers, een markante steenformatie die we onderweg tegen kwamen
Toen we maandag terug kwamen uit Nederland (ivm het huwelijksfeest van mijn ouders) hebben we dinsdag en woensdag nog het nodige gedaan voor Stolt Mat. We waren aanvankelijk in twijfel wat we met de winkel zouden doen: open houden of dicht doen. Maar we hebben met etenswaren te maken en ook de klanten wilden graag dat we open bleven, dus zorgden we voor twee goede vervangers, die allebei ervaring hebben uit de detailhandel: Jakup en Centine.
Wederom zouden we gaan wandelen in de noorse bergen. Daar krijgen we geen genoeg van. De uitgestrektheid, de leegte, de natuur en vooral weinig mensen maakt dat we altijd weer terug keren naar deze vorm van vakantie houden.
Het plan was om van Kinsarvik in het westen naar Larvik in het zuiden te lopen. Of zoals wij zeiden „Van Vik naar Vik“. Maar de weersvoorspellingen in Kinsarvik en de dagen erna over de Hardangervidda zagen er ronduit slecht uit. Daarom besloten we in Larvik te starten waar het weer er beter uitzag. Een totale afstand van circa 350 km. Voor ons is dit een korte afstand. Liefst lopen we 400-500 km die we in 3-5 weken kunnen doen.
Met het vliegtuig ging het naar Oslo en vandaar met de trein naar Larvik. Daar hebben we eerst twee nachten overnacht omdat er éé dag was waar regen was voorspeld.
Maar daarna konden we dan ook gaan lopen. In het begin was het erg zoeken omdat er een groot netwerk aan paden was! Of waren ze met werkzaamheden bezig waardoor de paden niet meer toegankelijk waren.
Mede ook omdat we geen goed drinkwater tegenkwamen (meer of riviertje) hebben we de eerste dag al gelijk 32 km af moeten leggen (met een rugzal van tussen de 15 en 18 kilo).
Ik kan niet van alle dagen een verslag maken maar kort samengevat hebben we een fijne wandelvakantie gehad. Het weer was over het algemeen goed. We zijn goed bijgekleurd. Een paar dagen regen gehad.
Dan is het toch wel fijner om in een berghut te slapen dan in de tent.We maakten standaard altijd een foto als we de deur openden met een speciale sleutel.
De mooiste berghut was Fjellstul, een prachtig oud hutje, oorspronkelijk uit 1827, maar heel goed bijgehouden. Was eerst in privébezit maar nu in bezit van de noorse toeristenvereniging (DNT).
Ook erg knus van binnen, met een tafel die door de jaren heen als gastenboek dienst heeft gedaan. Alleen gekken en dwazen schrijven op ….
We hebben, vinden we zelf, een heerlijk tentje, van Helsport, die aan al onze eisen voldoet. We hebben vaak een mooi plekje kunnen vinden.
In het zuiden van het land was er uiteraard veel bos. Prima om in te lopen maar wij zien toch wel erg graag ver van ons af.
Gert was degene die de kaart bij zich hield en dit is een typisch beeld:
Onze dagindeling is elke dag grotendeels gelijk: relatief vroeg opstaan (we zetten geen wekker), na elke twee uur lopen een pauze met koffie of soep en knäckebrød met beleg (tussen drie tot vijf keer zo’n etappe).
Aan het eind van de dag inkwartieren in tent of hut, eten koken, koffie maken en relatief op tijd naar bed. Als je veel km aflegd heb je ook wel zin om te slapen.
Gert was ook altijd degene die voor het eten zorgde. Net als andere jaren hadden we veel gedroogde groente meegenomen die ik zelf bereid en gedroogd heb in een speciale droogoven. Zo werd bijv. 1500 gram rode biet gereduceerd tot 250 gram. Kwamen we aan het eind van de dag bij een overnachtingsplek aan, dan zetten we de groente in water en zoog die zich vol waarna we het goed konden koken.
Slechts één keer hebben we maar hoeven te waden door rivieren. We hadden het wellicht met de schoenen kunnen redden maar we wisten niet hoe glad de stenen waren.
Het pad liep voor een groot deel langs en over verschillende provinciale grenzen.
Niet alleen over paden gelopen maar soms ging het pad ook verder over in (grint)wegen. Er was er eentje die zo ontzettend lang en recht was dat we het einde bijna konden zien. Dan moet je wel even op je tanden bijten en dom doorlopen.
Over historische paden liepen we ook, zoals de „Store Nordmannslepa“.
Dit is een algemene benaming voor de drie hoofdwegen vanuit het oosten van het land over de Hardangervidda naar het westen van het land. Deze route werd al sinds mensenheugenis gebruikt om handel over en weer met elkaar te drjven. Vaak werden paarden voor het transport gebruikt en duurde een tocht circa 5-6 dagen. De route is veel gebruikt en op sommige plekken zie je dan ook niet één pad maar soms wel vier. De hele route is een natuurmonument en er mag niets aan gewijzigd worden. Her en der vindt je nog prachtig mooie steenmannen, die ook toen al aangaven waar de route ging.
Veel verschillende soorten bruggen hebben we over gelopen. Altijd fijn om droge voeten te kunnen houden. Verder kwamen we veel door veengebied.
Op sommige plekken waren er planken gelegd, wat fijn is. Maar in de meeste gevallen niet wat maakt dat de schoenen nat worden. Niet elke avond kregen we ze droog…
Af en toe kwamen mooie natuurfenomenen tegen zoals deze: in een hoekje van de rivier draait het water alleen maar rond en door de snelheid ontstond deze ronde schuimende formatie. Het had wel de grootte van een molensteen.
Dieren die we onderweg tegen zijn gekomen waren: schapen, huggorm (slang),
muggen (waar je je tegen moet beschermen),
koeien, diverse vogels, grote mierenhopen. Ook hebben we sporen van elanden en bevers gezien (omgeknaagde bomen en beverdammen).
In de natuur valt ook het nodige eten te halen, zoals bosbessen, paddestoelen en molte (moerasframboos). Mjam!
Ons doel, Kinsarvik, hebben we helaas niet bereikt. Bij Imingfjell turisthytte, vlak voor de Hardangervidda, besloten we om te stoppen.
Deels vanwege de weermeldingen maar nog meer omdat we eigenlijk thuis nog het één en ander te doen hadden. Met name voorbereidingen voor de gemeentelijke verkiezingen, die 14 september plaatsvinden. De verkiezingsbrochure was nog niet eens ontworpen en moest een maand vantevoren eigenlijk al klaar zijn. En we moesten zeker nog vijf dagen elke dag rond de 30 km lopen wilden we op tijd in Kinsarvik aankomen. Vanwege het gevoel in tijdnood te komen was het niet meer fijn lopen. Dus braken we na 250 km op. Met de bus naar Geilo, met de trein naar Oslo, met het vliegtuig naar Ålesund en met de auto weer naar huis.
De volgende dag, 11 augustus hebben we alles geregeld rondom de brochure en zijn we ‘s avonds naar Jønsbu gereden waar we de rest van de vakantie nog door hebben gebracht. Daarover later een andere weblog. Maar we hebben kortgezegd een heerlijke vakantie gehad!
Janet