18/02: Lesegruppe – Leesgroep

2016

Klik op de foto’s om te vergroten.

Ik heb me zeer verheugd op deze leesgroepavond. Omdat ik het boek zo mooi vond! Helaas waren we maar met ons vijfen. Het boek wat we lazen was van de engelse schrijfster Jessie Burton. Zij heeft een verhaal geschreven wat zich in Amsterdam afspeelt in 1686. De schrijfster werd geinspireerd door een poppenhuis wat in het Rijksmuseum staat, vandaar ook de titel. Dit poppenhuis is de basis van dat het boek is ontstaan. Op deze link is daar meer over te lezen (interview schrijfster).

02

In die tijd schijnt het een waarde te hebben gehad van 30.000 gulden, vrijwel net zo veel als een normaal huis. Het poppenhuis is vrijwel geheel intact, behalve dat de poppen zelf, op èèn na (een baby in een stoel), verdwenen zijn. Van 1700 tot 1710 heeft echter de schilder Jacob Appel gewerkt aan een schilderij waarop hij het betreffende poppenhuis heeft afgebeeld.

03

Er zijn verschillende personages in het boek, maar twee ervan hebben echt bestaan: Petronella Oortman en haar echtgenoot Johannes Brandt.

Ik verheugde me ook op de avond omdat ik een verrassing had voor de dames. In het boek staan een aantal nederlandse gerechten, onder andere „oliekoecken“. Uitgaande van de beschrijving in het boek zijn dat oliebollen maar schijnbaar werden ze destijds oliekoecken genoemd. Ik heb toen eens op internet gekeken of er een recept van die oliekoecken te vinden was. En dat was er! Op deze pagina staan een aantal oude recepten (je moet er even naar zoeken). Het grappige is dat men in die tijd veel meer specerijen in het beslag deed. Dat heeft met de handel van de VOC te maken, waardoor specerijen in die tijd relatief gemakkelijk aan te komen was. Het duidde ook op rijkdom, iets wat in het boek ook naar voren komt. Daarnaast gingen er ook krenten en stukjes appel in.

06

Het oudste recept van oliekoecken staat in De verstandige kock van 1667. Hier de volledige tekst:

Om oliekoecken te backen (1669)
Neemt tot 2 pont tarwemeel, 2 pont lange rosijnen (als die schoongewassen zijn, laetse in lauw water wat staen zwellen), een kop van de beste appelen (schilt die en snijtse in heel kleyne stucxkens, de klockhuysen wel uytgedaen), een vierendeel of anderhalf gepelde amandelen, een loot caneel, een vierendeel loots witte gember, een weynigh nagelen (dit wel ondereengestoten), een half kommeken gesmolten boter, een groote lepel gist en niet wel een pintje lauwe soetemelck, want het moet heel dick beslagen zijn, dat het beslagh noch tay om de lepel blijft. En dan alle het andere daerin geroert en soo laten rijsen. Neemt daertoe een mengelen [ 1 mengel = 2 pint = ca. 1,3 l] van de beste raepolie, doet daerin een korst broot, een halve appel. Settet op het vuur en laet het uytbranden. Keert het broot en appel altemet om tot het zwart en hart wort. Giet er dan een schootjen schoon water in en laet het dan in de lucht kout worden, en daernaer weder op ’t vuur geset, als ghy die wilt gebruyken.

Maar dit is natuurlijk niet gemakkelijk te begrijpen en heeft men het recept naar de taal van nu „hertaald“. Hier het recept:

Om oliekoeken te bakken:
Neem op twee pond tarwemeel: twee pond lange, gewelde rozijnen, een kop van de beste appelen, geschild en gesnipperd, een kwart tot drie achtste pond gepelde amandelen, een lood kaneel, een kwart lood witte gember, een beetje kruidnagel, alles goed door elkaar gestampt.

Neem verder een half kommetje gesmolten boter, een grote lepel gist en een klein pintje lauwe zoetemelk, want het moet zo dik beslagen zijn, dat het beslag nog aan de lepel blijft hangen. Roer het vulsel door het beslag en laat het dan rijzen. 
Neem dan een mengel van de beste raapolie, doe daarin een broodkorst en een halve appel. 
Zet dit op het vuur en laat het uitbranden. 
Keer het brood en de appel zo nu en dan om tot het brood zwart en hard wordt. 
Giet er dan een scheutje schoon water in en laat het dan in de lucht afkoelen. 
Zet het daarna weer op het vuur, als u het wilt gebruiken.

En op basis van dit recept heb ik oliekoeken gebakken voor de leesgroep. Ik wilde dit aanvankelijk buiten doen, om geen geur in huis te hebben van dat bakken, maar er was teveel wind. Daarom heb ik beneden in de kelder gebakken. Door de warme damp ging echter het brandalarm af 🙂 Klein detail: nog nooit in mijn leven heb ik oliebollen gebakken, maar ze zijn heel goed gelukt. En wat waren ze lekker! Heerlijk, als die specerijen erin, en ook met die stukjes appel smaakte het heel fijn!

Elin, Marit, Gunnhild, Vigdis en Aase Pernille

Elin, Marit, Gunnhild, Vigdis en Aase Pernille

Net zoals ik vond iedereen het ook een mooi boek. Het interessant voor mij was dat een werkelijke historie zo nauw verbonden was met fictie en fantasie. Ik heb het boek ook bijna achter elkaar uitgelezen. Ik kon me er niet van los maken. En toen de laatste pagina in zicht was, begon ik steeds langzamer te lezen wan tik wilde niet dat het boek uitging. Terwijl ik ook weer zo benieuwd was naar het einde. Kortom: een boek die ik warm aan kan bevelen.

Nadat Gunnhild verteld had over de schrijfster en Aase Pernille het kortste uittreksel ooit beschreven heeft, zette ik de oliebollen op tafel. De dames wisten niet wat ze zagen. Of zoals ze hier zeggen: ze kregen „hakeslepp“: hun mond viel open. Kwam dat even goed uit: kon daar zo een oliebol ingeschoven worden 🙂

04

Ze vonden ze ook heerlijk! Nu is de kans groot dat we op basis van dit boek weer een eetavond gaan organiseren. Dat zal dan in november zijn. Dan komt er in elk geval oliebollen, hutspot en haring op het menu te staan. Eén ding is in elk geval zeker: onderstaande zal NIET op het menu staan.

DSC_0357

Wat is dit in hemelsnaam?? Deze foto heb ik gemaakt in de kantine van het ziekenhuis, op dinsdag 16 februari. De foto heeft te maken met de periode voor pasen waarin er gevast moet worden. Op die dinsdag is het de laatste dag dat men nog flink kan gaan eten, alvorens de vastentijd in te gaan, die tot pasen duurt. Traditiegetrouw staat dan ook schapenhoofd op het menu. Ik heb wel eens schapenhoofd gegeten (een keer op IJsland), maar dat zag er eens tuk smakelijker uit dan deze op de foto. Ik vroeg de dame achter de kassa hoeveel er gekocht waren: twee stuks (toch nog). Ik begrijp dat het er voor de meesten niet aantrekkelijk uitziet.

Omdat de volgende leesgroep kort na de pasen is wordt het volgende boek een misdaadroman. Met de pasen is het traditie om dergelijke boeken te lezen. Vlak voor pasen komen er ook heel wat van dergelijke boeken uit.

05

Het wordt het boek «Elisabeth er borte» (Vertaling: Elisabeth is verdwenen – Titel waaronder het boek in Nederland uitkwam, is „Ze is zoek“) van Emma Healey (Engeland).

Janet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *